
Op zoek naar achtergrondinformatie over het Thirsis Minnewit, hebben Jos en ik de Oprechte Haerlemsche Courant bekeken. De krant werd voor het eerst gedrukt in 1656 en heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld van een weekblad tot een dagblad. Alle bewaarde exemplaren zijn in te zien op microfiche in de bibliotheek van Haarlem. Wij waren geïnteresseerd in de jaargangen 1708, 1711 en 1712. Dit zijn de jaren waarin de eerst bekende drukken van de verschillende delen van het Thirsis Minnewit zijn verschenen. 1708 is helaas niet bewaard gebleven. 1710-1711 bevatte niet de informatie die wij zochten.
Wel vonden we andere informatie die toch erg leuk is om te lezen (spelfouten voorbehouden, niet alles is evengoed leesbaar), zoals:
26 mei 1711:
Zedert den 23 Mey is te Haerlem vermist een Jongetje van omtrent 6 Jaer, genaemt Dirck van Aelst, aenhebbende een Hembt, gemerkt D., een Naey gestreept Onder-Broekje, een gebreyt Borstrokje, een Serge Hembtrokje en Broek, ’t eerste met Garen en ’t Broekje met Beene-Knoopjes, een Estamine Japon met een Lapje daer achter op, een Serge Schortekleet, en een witte Wolle Slaepmuts op, en ’t Hak wat afgeschoren: Die dit Kint tot Haerlem aen de Groenvrou op de Kleyne Houtbrug te recht brengt, sal eerlijck beloont werden.
4 juli 1711:
Dinsdag, den 7 July, sal t’Amsterdam in de Boekwinkel van wijlen P. Mortier verkocht worden alderhande Engelsse, Fransse, Italiaensse en Duytse Musijck volgens de Catalogen, daerom reets uytgegeven : De verkoping van den 8 onder de Boekverkoper sal niet voortgaan, also die uyt’er hant verkocht is : En de Republique de Lettre sal nevens de andere Sorteringen in ’t begin van Augusti onder de Boekverkopers verkocht werden; waer van den precijsen Dag nader sal bekent gemaekt werden. De Catalogen zijn te bekomen t’Amst. by de Wed. Mortier, Hage v. Dole, Rotterd. Frits en Bohm, Leyden Haek, Utrecht v. Water, Brussel Sertevens, Leypzig Frits, Antwerpen Grangé. Londen Mortier, &c.
12 september 1711:
Alsoo op voorlede Woensdag, zijnde geweest den 9 deser Maent September, 1711, ’s avonts tusschen 9 en 10 uuren buyten de stad Haerlem door seker Persoon, genaemt Jaep van de Camet, zijnde kort van Persoon, Pockdalig en bleeck van Trony, Karstanjebruyn Hair, ophebbende een swarte Hoet en aenhebbende een Asgraeuwe Lakense Rock, op een Moortdadige wijse een Manslag is begaen aen den Persoon van Jacob Jansz. van Waert, soo beloven de Heeren van den Gerechte der voorsz. Stad aen de geene, die den Dader weet aen te wijsen, dat deselve in Hechtenisse sal komen te geraken, uyt deser Stadt Bentse een Somme van 100 Silvere Ducatons, en sal desselfs Naem, des begerende, werden gesecreteert.